Hoe houd ik...

Grote hagedissen uit tropisch Amerika:

Groene en Zwarte Leguanen, en Basilisken


John Boonman

INLEIDING

In de tropische regionen van Midden- en Zuid-Amerika komt een aantal grote hagedissen voor waarvan er verschillende regelmatig ook in gevangenschap gehouden worden. Eén van de twee soorten Groene Leguanen (Iguana iguana) wordt veelvuldig in de handel aangeboden, terwijl er ook regelmatig in gevangenschap geboren jongen te verkrijgen zijn. Van de 13 soorten Zwarte Leguanen verschijnt er één op gezette tijden in de dierenwinkel (Ctenosaura similis), maar ook van verschillende andere soorten zijn bij particulieren regelmatig nakweekdieren te verkrijgen (met name van Ctenosaura melanosterna). Twee van de vier soorten van het geslacht Basiliscus mogen zich in de belangstelling van de terrariumhouder verheugen (Basilicus plumifrons en Basilicus vittatus). De hier gepresenteerde dieren variëren in totale lengte van anderhalve meter of nog meer voor Groene Leguanen via ruim een meter voor de grote soorten Zwarte Leguanen, van 60-80 cm voor de Basilisken tot dertig cm voor de kleinste soort Zwarte Leguanen.

Het houden in gevangenschap

Grote hagedissen hebben veel ruimte nodig, ook al gaat het hier niet om drukke of onrustige dieren. Een verblijf van 2x1x2 meter (lengte x breedte x hoogte) is al snel nodig voor volwassen Groene Leguanen (vanaf een leeftijd van ca. twee jaar). Ze groeien razendsnel. Kleine en vooral jonge dieren geven de voorkeur aan een niet te groot verblijf. Boombewoners vragen veel klimgelegenheid en vooral ook veel horizontale zit/zonplaatsen; de dieren moeten uit verschillende plekken kunnen kiezen. Veel soorten Zwarte Leguanen, vooral de middelgrote en kleinere soorten houden van schuilplaatsen waar ze strak in passen: holle bomen of buizen.

De gedetailleerde inrichting van een bak is van weinig belang: in de natuur komen ze in zeer uiteenlopende biotopen voor: van uitgesproken tropisch regenwoud tot kale, solitaire bomen in savanneachtige omgeving. Een hoge luchtvochtigheid is dus niet per se noodzakelijk, maar is vaak wel goed voor de vervelling. De gewoonte om boven water te mesten kan benut worden door een waterbak te plaatsen, maar dat is niet absoluut noodzakelijk. De bodembedekking moet of glad zijn (steen of linoleum), dat is makkelijk schoon te maken, of los (turf, houtkrullen, desnoods krantenpapier). Gebruik nooit grofkorrelige harde materialen (grof zand, kiezel of gebakken kleikorrels). De dieren eten ervan en zullen vroeg of laat aan een darmverstopping overlijden.

Warmte/licht

Tropische, koudbloedige dieren hebben warmte nodig, maar de algemene omgevingstemperatuur hoeft niet overdreven te worden (zo'n 25°C is goed). Belangrijker is de aanwezigheid van een aantal punten met stralingswarmte. Die punten moeten gecombineerd worden met zichtbaar licht, anders gaan de dieren niet zonnebaden. Dus spotjes zijn voor dat doel beter dan porseleinen warmtestralers. Het mag daar best meer dan 40°C worden. Zwarte Leguanen moeten warmer gehouden worden dan de andere genoemde dieren. Het is essentieel dat de dieren een keus hebben tussen plaatsen met verschillende temperaturen: ze moeten uiteindelijk hun lichaamstemperatuur kunnen regelen.

Ultraviolet licht is wenselijk om de dieren de nodige vitamine D toe te dienen. Zonlicht dat niet door glas gefilterd wordt is het beste, maar in Nederland nauwelijks langdurig te realiseren. Daarom moet op lampen teruggegrepen worden. UV-licht producerende lampen die hun waarde bewezen hebben zijn halogeenlampen (type bouwlamp, zonder beschermglas) en Ultra-Vitalux lampen. Regelmatig verschijnen er nieuwe types die mogelijk bruikbaar zijn. Gebruik geen lampen met kortgolvig UV-licht die gebruikt worden om bijvoorbeeld bacteriën te doden.

Voedsel

Groene Leguanen zijn in de natuur vrijwel absoluut vegetarisch en eten dan hoofdzakelijk bladeren en bloemen. Ook Zwarte Leguanen nemen overwegend vegetarische kost tot zich, maar ze zijn duidelijk beter toegerust op het vangen van levende prooien en doen dat in de praktijk ook. Basilisken eten vrijwel uitsluitend levend voer al zijn ze soms ook bereid dood vlees tot zich te nemen.

Een goed dieet voor Groene en Zwarte Leguanen bestaat uit: alle soorten blad, vooral: boerenkool, Chinese kool, paksoi, raapstelen, waterkers, andijvie. Ook wilde gewassen als paardestek (met bloem), zuring, brandnetel, weegbree, winde en druivenblad worden gegeten en zijn zeer geschikt. Verder kunnen alle soorten fruit gegeven worden (niet te veel omdat de kalk:fosfaat-verhouding niet goed is). Het beste fruit is papaja, citrusvruchten en vijgen (vers). Ook bloemen kunnen gebruikt worden, vooral (rode) hibiscus, paardebloem en koolzaad.

Hoewel Groene Leguanen graag vlees eten, is het af te raden het te geven, zeker aan oudere (dwz ouder dan circa twee jaar), niet zwangere dieren. Hun nieren kunnen op den duur niet tegen de grote hoeveelheden eiwit. Uitzoeken van eiwitrijke plantaardige kost is te allen tijde verreweg het beste. Voor Zwarte Leguanen gelden die beperkingen wat minder, zij kunnen ongetwijfeld meer eiwit verdragen. Basilisken zijn op eiwit ingericht. Zij worden gevoerd met insecten, moriowormen, regenwormen of muizen.

Vitamines en kalk moeten geregeld toegediend worden (afhankelijk van de rest van het menu). Wateroplosbare vitamine D3 (Davitamon aquosum) is de meest voor de hand liggende toevoeging, net als calciumlactaat (=melkzure kalk) of een ander in water oplosbaar calciumzout. Andere goede preparaten zijn Gistocal, Sporavit of Carmix (het laatste is vooral bedoeld voor vlees- of insecteneters).

Sociale verhoudingen

Over sociale verhoudingen is weinig bekend. In elk geval zijn Basilisken en Zwarte Leguanen zodanig territoriaal ingesteld dat het vrijwel onmogelijk zal blijken meerdere mannen bij elkaar te houden. Ook bij Groene Leguanen is dat niet altijd mogelijk, maar lijkt de kans op succes wat groter. Zeker is ook dat pasgeboren Groene Leguanen uitgesproken groepsdieren zijn die voor een evenwichtige ontwikkeling het gezelschap van soortgenoten in de eerste maanden van hun leven beslist nodig hebben.

ZIEKTEN

De meeste ziekten worden veroorzaakt door een slechte voeding. Heel vaak is onvoldoende kalk, een foute kalk/fosfaat-verhouding of te weinig vitamine D (gebrek aan UV-licht) de oorzaak. Slechte botontwikkeling, misvormingen en algehele zwakte zijn dan het gevolg. Ook de veelvoorkomende legnood is vaak terug te voeren op te weinig beschikbaar kalk in het voer. Dieren met dit type aandoeningen kunnen door goed voer redelijk herstellen. Verder zijn stressverschijnselen bij wildvangdieren of anderszins slecht gehouden dieren algemeen. Trauma's met deze achtergrond zijn vaak moeilijk te genezen. Rust, ruimte en andere, dus optimale omstandigheden zijn de enige mogelijkheid om de dieren te laten opknappen.

Groene en Zwarte Leguanen zijn gevoelig voor bloedmijten. Een consequente behandeling met geëigende middelen kan uitkomst bieden. Raadpleeg daarvoor ervaren terrarianen.

Verwondingen ten gevolge van verstoringen of onbalans in de sociale verhoudingen (zie hierboven) kunnen zich voordoen. Zulke problemen kunnen alleen voorkomen worden door dieren te verwijderen of het verblijf aan te passen, dat wil zeggen zorgen voor meer ruimte en/of meer schuilgelegenheden.

INFORMATIE

Stichting Doelgroep Groene Leguanen, http://www.qit.net/groeneleguanen/index.html

LITERATUUR

Kaplan, M., 2000. Melissa Kaplan's giant Green Iguana information collection. On-line, bron: http://www.sonic.net/melissk/ig_care.html

Köhler, G., 1993. Basilisken, Freilandbeobachtungen, Pflege und Zucht. Verlag Gunther Köhler, Hanau. ISBN 3-9802892-2-2.

Köhler, G., 1994. De Groene Leguaan. In het wild, verzorging, fok en aandoeningen. Uitgeverij Gunther Köhler, Offenbach. ISBN 3-9802892-4-9.

Köhler, G., 1998. Der Grüne Leguan. Biologie, Pflege, Zucht, Erkrankungen. 3. Auflage. Herpeton Verlag, Offenbach. ISBN 3-9802892-9-X.